Het dagelijkse leven van Kawther Salam

  ..: Israël’s eerste hoerenmadam in Libanon :..
 
3 juni 2007

-> Home (meer artikelen) 

Wat mij ertoe beweegt om te schrijven over Shulamit Cohen, is mijn ontmoeting met haar corrupte zoon David Kishik, die ik jaren geleden tegenkwam tijdens mijn journalistieke werk, en die het hoofdkwartier van het Israëlische militaire burgerbestuur in de West-Bank veranderde in een centrale voor het behartigen van zijn winstgevende zakentransacties en privé-projecten betreffende diefstal van land, het meeste van Palestijnen, maar ook van joodse kolonisten. David heeft gebruik gemaakt van de macht en invloed van zijn moeder Shulamit, een voormalige hoerenmadam en nationale heldin van de Israëlische joden, om onbestraft te blijven voor de misdaden die hij gepleegd heeft als officier in het militaire hoofdkwartier, en na zijn dienst in het leger gedurende meer dan 30 jaar.


Wie is de eerste hoerenmadam van Israël ?



Een portret van Shula Cohen gedurende haar tijd in Beiroet

“Shulamit Arazi Cohen” is “Shulamit Cohen Kishik” is “Schulamit Mayer Cohen” is “Shula Cohen”. Dit zijn enkele van de namen van deze voormalige joodse prostituee, madam en Mossad-agente in Libanon. Ze verschafte de staat Israël waardevolle staatsgeheimen van Libanon en Syrië, en - samen met haar medeplichtigen - is ze verantwoordelijk voor het veroorzaken van ernstige problemen bij het hele bankstelsel van Libanon in die tijd. Shulamit (afgekort “Shula”) is ook de moeder van de corrupte Israëlische officier van het Israëlische
militairburgerlijke hoofdkwartier in Beit Il, David Kishik. Vanwege haar acties is ze een nationale heldin van Israël geworden, maar haar verhaal werd verfraaid en opnieuw verzonnen ten behoeve van publieke consumptie. Weinigen kennen echter het ware verhaal.

Shulamit Arazi Cohen werd in 1920 geboren in Argentinië van een vader die handelaar van beroep was. Het gezin verhuisde naar Baaqubah, ten noorden van Bagdad in Irak, en later
verhuisden ze naar Al-Basra in zuid-Irak. Ze emigreerden naar Palestina via de Iraanse havenstad Abadan in 1937. Ze kwamen aan in Haifa en gingen in Jeruzalem wonen.

Shulamit’s vader en haar broer David weren gedood in afzonderlijke acties door Palestijnse
guerrilla's en Azar, haar eerste minnaar uit Israël, werd gedood toen hij land aan het stelen was van de Palestijnen. Haar zoon David - over wie ik zal schrijven in mijn volgende artikel - is kennelijk naar deze broer genoemd.

Shulamit had een hoop problemen na de dood van haar vader, daar haar oudste broer besloot niet deel te nemen aan de verantwoordelijkheid voor de grote familie die door hun vader was achtergelaten. Om te kunnen rondkomen ging ze werken als secretaresse in een kliniek in de “Zahalon Harof”-straat in Tel Aviv, waar ze een Israëlische generaal die in Polen geboren was. Ze bood zichzelf aan hem aan, maar de officier was niet geïnteresseerd in Shula. Inplaats daarvan
rekruteerde hij haar om te werken voor de Mossad.

Shulamit accepteerde het om te werken voor de Mossad, waarschijnlijk was geld een van haar belangrijkste motieven. Voordat ze als spion ging werken, werd ze op oefening gestuurd in Ha-Kirya in Tel Aviv, waar ze leerde haar plichten als prostituee te vervullen voor de Mossad. Daarna werd ze naar Londen gestuurd om de Engelse taal en goede manieren te leren, en te leren "in troebel water te vissen" naar mannen die interessant waren voor haar werkgever.

Shulamit begon met haar werk als Mossad-agente in Beiroet in 1947. Haar dekmantel was haar huwelijk met Josef Kishik, een joodse handelaar uit Libanon die een winkel had in de Sarsaq-markt in Beiroet. Josef reisde naar Jeruzalem om met Shulamit te trouwen in een huwelijk dat door hun respectievelijke rabbi's werd gearrangeerd, hoogstwaarschijnlijk als dekmantel voor haar bedoelde activiteiten. Onder de dekmantel van dit huwelijk zette Shulamit haar carrière voort als prostituee, hoerenmadam en Mossad-agente, waarbij ze haar activiteiten coördineerde met een Franse jood, handelaar en mede-Mossad-agent, die George Moloko heette; en die in die tijd in Libanon woonde met zijn vrouw Ann Mary.


Seksuele gunsten verkocht in Beiroet

Shulamit verkocht haar gunsten aan honderden hoge regeringsfunctionarissen in Libanon tussen 1947 en 1961. Ze zorgde voor haar klanten in haar privé-huis in het district Wadi abu Jamil in Beiroet. De eerste Libanese regeringsfunctionaris die door Shula achterna werd gezeten was Mahmoud Awad, die zes posten bekleedde in de Libanese regering in die tijd.

Shulamit bezocht het kantoor van Mr. Awad met de bedoeling haar verblijfsvergunning voor Libanon te laten verlengen. Ze had zich mooi aangekleed en gedroeg zich uitdagend om zijn aandacht te trekken. Tijdens de ontmoeting besefte ze dat de ambtenaar werd afgeleid van de officiële taak waar hij mee bezig was, naar haar lichaam keek en voorwendsels verzon om het einde van de ontmoeting uit te stellen. Zij op haar beurt, liet als smoes haar paspoort in zijn kantoor achter en daarna regelde ze een tweede ontmoeting met hem. Shula kwam opzettelijk niet naar deze tweede afspraak met Mr. Mahmoud Awad. Ze belde hem waarbij de deed alsof ze ziek was, en vroeg of hij haar paspoort wilde opsturen, en ze gaf hem haar huisadres. Mr. Awad ging zelf Shula's paspoort terugbrengen, en nam bloemen mee. De prostituee wachtte en had zich voor deze gelegenheid speciaal gekleed. Sinds deze ontmoeting werd Mr. Awad klant van Shula en ging regelmatig met haar naar bed.

Shula slaagde er ook in de Libanese functionaris “George Anton” (Antun, Antone, Antoine ?) te
rekruteren, en ze richtte een groep op, de "Joodse Strijdkrachten voor Zelfverdediging" geheten, die infiltreerde in de rechtse christelijke partij Al-Kataeb/ Met deze groep hielp ze joden van Libanon en andere Arabische landen, naar Israël te brengen over de bergwegen van Libanon. In de loop van haar missie als spion, collaboreerde Shula met de directeur van het Olympiad Casino, waar de meeste van de Libanese politici zich te buiten gingen aan gokken. In dit casino ontmoette ze Camille Chamoun, president van de Libanese Republiek van 1952-1958.


Camille Shamoun (foto uit Wikipedia)

Shula organiseerde een ontmoeting tussen de Syrische kolonel Adib al-Shishakli, de beroemde revolutionair die president van Syrië werd in 1951, en het hoofd van de Israëlische staf (1952-1953), generaal Mordechai Maklef, een terrorist die actief was in de Haganah en die later de derde commandant werd van de IDF.


Kolonel Adib Al-Shishakli

In 1950 slaagde Shula erin het veiligheidsprotocol tussen de Syrische en Libanese regeringen, te stelen en het aan Israël te overhandigen.


Mordechai Maklef (foto uit Wikipedia)

Rond 1956 had Shula haar prostitutiebedrijf uitgebreid: ze bezat nu nog vijf extra bordelen in verschillende plaatsen in Beiroet, om te "vissen in troebel water" naar interessante mensen in de Syrische en Libanese regering. De Mossad voorzag Shula van alle noodzakelijke opnameapparatuur, zoals geheime camera's, om te installeren in de slaapkamers van haar bordelen. Shula nam een heel mooi Armeens meisje in dienst van 14 jaar oud, Lucy Kobelian (of Kupelian) in haar bordelen als lokaas om te vissen naar hunkerende mannen. Ze slaagde erin om vele Libanese regeringsfunctionarissen te filmen zowel met Lucy als met andere meisjes in haar bordelen. Op deze manier installeerde ze een leger van 'slapers' in het politieke stelsel van Libanon, die elke beslissing hinderden die genomen werden tegen de belangen van Israël.
Gezien de trage, vadsige respons - grenzend aan onverantwoordelijkheid - van de Libanese regering, op de laatste jaren van aanvalsoorlog van Israël, kan een jongere generatie van dit leger van 'slapers' daarvoor in de plaats zijn in deze tijd.

Nadat Shula's bordelen gebloeid hadden dankzij "hard werken", nam ze vervolgens meerdere mooie meisjes in dienst. Onder deze in dienst genomen meisjes waren de joodse prostituee Rachel Raffoul, kennelijk van oorsprong uit Aleppo, de zusjes Marcella en Ronit Isberans uit Griekenland, en "Fortune".
Rachel Raffoul had al een prostitutiecarrière achter de rug in Libanon: ze bracht haar eigen voorraad klanten mee, te weten de hogere functionarissen en generaals van zowel de Syrische als de Libanese overheid.


Fraude en faillissement

Door het werk in haar bordelen en haar samenwerking met de Mossad, volvoerde Shulamit Cohen een perfecte spionagemissie in Libanon: zij en haar medeplichtigen veroorzaakten enorme schade aan de Libanese economie. Door haar inspanningen te verenigen met die van George Moloko van de Mossad, te collaboreren met de Israëlische coördinatie-ambtenaar in Beiroet, Eduard Hess; en zich te verlaten op de hulp van haar klanten, zoals de Libanese functionaris Mahmoud Awad en anderen; verduisterden en stalen zij en haar medeplichtigen miljoenen van diverse Libanese banken en maatschappijen. Dit schandaal werd toegedekt om ontdekking te vermijden, en tenslotte werden slechts enkele lagere Libanese werknemers 'opgeofferd' om de zaak recht te breien.

Edward Hess verspreidde geruchten waarin gesteld werd dat de verschillende Libanese banken en maatschappijen waarvan ze geld hadden gestolen en verduisterd, "failliet" waren, hoewel ze dat in feite niet waren, om zodoende paniek te veroorzaken onder investeerders en handelaars en op deze wijze de aandacht afleidend van wat er werkelijk gaande was. De gestolen geldbedragen werden naar Israël gesmokkeld met hulp van diegenen onder Shula's klanten die hadden meegeholpen met de tocht van joden vanuit Libanon en andere Arabische landen naar Israël over bergweggetjes. Onder degenen die met het geld ervandoor gingen was de joodse handelaar Emil Natshoto, die naar Israël ontsnapte, en ook de joodse handelaar uit Tripoli, Abraham Mizrahi, die eerst ontvluchtte naar Griekenland en later op weg ging naar Israël. Mizrahi's verloofde Leila bleef achter en werkte mee aan Shula's netwerk om het vertrek van andere welgestelde joden uit Libanon te organiseren.


Shulamit Cohen die een officiële beloning ontving voor haar gunsten die ze verleende voor Israël

De Rambo-kroeg

De bloei die de Mossad-missie van Shula haar bracht, en die ze bereikte onder de bescherming van haar klanten van de Libanese regering, spoorde haar ertoe aan een centrum op te richten voor contacten met haar spionnen. Ze huurde een cafetaria in de Al-Hamra'a-straat en veranderde dat in een kroeg die ze de "Rambo-kroeg" noemde.

In de Rambo-kroeg werden vele mooie meisjes in dienst genomen om jacht te maken op Shula's klanten voor de Mossad. Eén van de mensen die Shula op deze manier recruteerde, was een eenvoudige Libanees, Muhammad Saed Al-Abed Allah, die de bergweggetjes kende waarlangs men goed Israël kon binnensluipen.
Muhammad Saed Al-Abed Allah had goede diensten ontvangen in Shula's nachtkroeg. Hij bracht zijn familieleden Fayez en Nasrat Al-Abed Allah mee om
dezelfde diensten verleend te krijgen en omdat ze hadden aangeboden om voor geld te willen werken. Daar Shula ook zaken deed met Irak leek het erop dat Libanon een verzamelplaats onderweg was voor de Iraakse joden op hun weg naar Israël, die door terrorisme uit dat land werden gejaagd door bombardementen onder valse vlag, die werden uitgevoerd door de Mossad met de onbewuste hulp van de in dat land aanwezige Britse troepen.

Deze drie familieleden werkten als boodschappers tussen Shula in Libanon en de Mossad in Israël. Shula maakte haar rapporten klaar over de Libanese en Syrische regeringen, en de drie bezorgden ze in Israël via de bergweggetjes. De drie familieleden verdienden behoorlijk wat geld van Shula en ze werden nog extra uitbetaald door de seksuele gunsten van de mooiste meisjes in de kroeg. Deze drie van de Al-Abed Allah familie hielpen vele joden om te vluchten van Libanon naar Israël.

Tenslotte vroeg Mahmoud Awad, de regeringsambtenaar die Shula´s operaties in Libanon had toegedekt, aan haar om wat geld als vergoeding voor zijn diensten. Shula werd heel kwaad, daar ze hem had gefilmd met vijf jonge meisjes waarbij hij hun "nachtelijke diensten" ontving, maar tenslotte accepteerde de Mossad zijn eisen en gaf hem wat hij wilde.

In 1958 had een Syrische ambtenaar een Libanese ambtenaar ingelicht over het verdachte werk van Shula. Hij kreeg een negatief en verbazingwekkend antwoord van zijn collega: "Shula is boven elke soort verdenking verheven !".

Op 9 augustus 1961, nadat ze 14 jaar lang had gespioneerd en gewerkt voor de Mossad, arresteerde kolonel Aziz Al-Ahdab Shulamit Cohen, haar man Josef Kishnik, Rashel Raffoul, de Libanese functionaris Mahmoud Awad, Muhammad, Fayez and Nasrat Al-Abed Allah en 22 andere joodse en Libanese personen die samen in haar spionagenet hadden gewerkt.

Op 25 juli 1962 werd Shulamit Cohen ter dood veroordeeld, welk vonnis later werd omgezet in 20 jaar gevangenisstraf. Haar vriendin Rachel Raffoul werd veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf, en haar man Josef Kishnik werd na zijn hoger beroep vrijgesproken. De Libanese functionaris Mahmoud Awad kwam het goed uit dat hij aan een hartaanval stierf in juni 1962, toen hij in de gevangenis zat en nog een maand moest wachten op zijn proces.

In 1967 werden Shulamit Cohen, Rachel Raffoul en twee van de joodse prostituees vrijgelaten in een geheime uitwisseling van gevangenen na de Zesdaagse Oorlog: ze werden uitgewisseld tegen drie officieren van de Syrische luchtmacht (in de officiële versie wordt gesteld dat ze werden uitgewisseld tegen "meer dan 500 gevangenen").

Momenteel is Shula een nationale heldin van Israël en haar verhaal is witgewassen en "geschikt voor publieke consumptie" gemaakt. Ze woont in de oudste joodse buurt van Jeruzalem, Mea Shearim, een nederzetting die een deel is van Ramot. Het is de buurt van de ultra-orthodoxe joodse fundamentalisten, de Haredim, die waarschijnlijk onwetend zijn over haar verleden.
Rachel Raffoul woont in Tel Aviv en heeft een zoon en een dochter die beiden andere achternamen hebben. Van de andere "meisjes" is niets bekend.


Bord bij de ingang van Mea Shearim, de buurt waar Shulamit leeft in teruggetrokkenheid.


(Verschijnt binnenkort) Lees het verhaal van David Kishnik, de corrupte zoon van Shulamit Cohen, daar hij benoemd werd bij het Israëlische militaire burgerbestuur in Beit Il door de Israëlische regering, als beloning of "compensatie" aan zijn moeder voor haar diensten als prostituee, hoerenmadam en spion voor de staat Israël in Libanon.


-> Home (meer artikelen)