Het dagelijkse leven van Kawther Salam

  ..: Ik vergeet de armen nooit ! :..
 
11. Juli 2005

-> Home


Het is 11 juli 2005, vandaag trof ik ze weer; ik was heel rustig maar niet gelukkig.

Het regent, maar het is heel mooi; dat hielp mij rustig te zijn.

Ik ben niet gelukkig als ik bij deze plaats kom. Ik ben niet gelukkig als ik mensen zie die een ellendig leven leiden.

Hier zit ik en kijk naar de mensen om mij heen. Allen wachten en denken aan dingen waar de rijke mensen nooit aan dachten.

Ik was als afwezig. Ik denk aan de arme mensen. Ik wou dat ik hun gedachten en gevoelens kon lezen. "O God! Wat zou er gebeuren als ik dat kon? Ik zou honderden verhalen schrijven, films maken, ik zou..."

Het is heel erg moeilijk om het leven van ellendige mensen te leven en het is moeilijk om daarover na te denken.

20 jaar lang heb ik de arme mensen geholpen; 20 jaar lang vocht ik voor de mensenrechten. Ik dacht nooit aan vandaag. Ik dacht nooit eraan dat ik eens het leven van armen zou leven..., dat hebben de israëlische bezetting en de moslim-extremisten met mij gedaan.



1999 - Een arme broer en zus uit Hebron die door hun ouders geboeid zijn


In 1999 vond ik een jong meisje van 19 jar oud; zij en haar broer werden door hun familie in een grot gevangen gehouden, hun voeten waren met een ijzeren ketting geboeid. De ouders waren erg arm. Ik was erg onder de indruk van wat ik zag. Ik huilde en heb een groot artikel in mijn krant geschreven. Het Franse agentschap AFP publiceerde mijn artikel in verscheidene kranten in de wereld.

De Palestijnse president Arafat was ongelukkig met dit schandaal. Hij was ongelukkig over datgene wat de internationale kranten over de geschiedenis publiceerden. Hij was ook niet gelukkig toen de Franse regering in zijn kantoor over deze onmenselijke toestand navraag deed. Hij stuurde de organisatie van naastenliefde in Hebron een dringende gift en liet deze arme slachtoffers in deze organisatie opnemen. Deze organisatie van naastenliefde verleende mij het "honoris causa" (ere-) lidmaatschap.



1999 - De broer die met een ketting is geboeid


Ik weet niet waarom ik mij juist nu deze geschiedenis herinner. Ik zat op dezelfde plaats en wachtte en praatte met mezelf: "Ik zou willen dat ik met dezen man, met deze vrouw zou kunnen spreken; ik zou met hen allemaal willen spreken; ja, allemaal hebben ze problemen en ik zou mijn journalistieke werk hier op deze plaats moeten beginnen.

"Mevrouw Kawther naar kamer 212", onderbrak een stem mijn gedachten...

"Goede morgen, hier ben ik", en ik glimlachte.

We hebben vriendelijk met elkaar gepraat... we praten ook nu vriendelijk met elkaar. Bij de laatste keer verklaarde hij mij: "Als u wakker wordt moet u met een glimlach in de spiegel kijken en zeggen: 'Ik ben gelukkig'"

"Hier zijn mijn papieren", zei ik. Er ontbraken er enkelen, ik had verdere papieren nodig. "Ik moet deze papieren zien", zei hij...

"Wat moet ik doen? Kan ik naar huis gaan en de papieren voor u halen?"

"Vandaag komen we er ook zo wel uit, maar de volgende keer moet u de papieren meebrengen."

De arme mensen moeten door hun armoede achtervolgd worden, ze moeten leven en de hele tijd hun armoede voelen.

Dat is heel merkwaardig!


->
Home